Paragrafen

Financiering

Onze inzet

De rente is nog steeds zeer laag. Voor de ontwikkeling van de rente in 2020/2021 kijken we onder andere naar de beleidsrentes van de ECB. Een verhoging zit er, zekere gezien de corona crisis, niet in. Banken blijven dus betalen wanneer ze overtollig kasgeld storten bij de centrale bank. Zolang de werkeloosheid als gevolg van de corona crisis hoog blijft, is er weinig reden om opwaartse druk op de inflatie te verwachten.
In de basisraming, die ervan uitgaat dat er geen grootschalige nieuwe contactbeperkingen nodig zijn, krimpt de economie in 2020 met 5%, gevolgd door 3% groei in 2021. De werkloosheid loopt op richting 7% in 2021. De economische schade van de corona pandemie in het eerste en tweede kwartaal van 2020 is dermate omvangrijk, dat een diepe, vrijwel wereldwijde economische recessie onontkoombaar is.
In de raming voor 2020 daalt het bruto binnenlands product (bbp) in Nederland met 6,4%, bijna twee keer zo hard als tijdens de kredietcrisis (2009). Halverwege 2020 treedt langzaam maar gestaag het herstel in, resulterend in een bbp-groei van 2,9% in 2021 en 2,4% in 2022. Op basis van deze verwachtingen zijn bij de begroting 2021 rentepercentages ingezet van -0,4 tot 0% voor kasgeldleningen en 0 tot 1% voor langlopende leningen.

Rentetoerekening

Het schema hieronder toont:

  • de rentelasten van de externe financiering
  • het renteresultaat
  • de wijze van rentetoerekening
  • de verwerking van de rentelasten en -baten in de begroting en de jaarstukken

De rentevergoeding over het eigen vermogen wordt berekend met een rentepercentage van 1,61%. Dit percentage is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de externe rentelasten over de lang- en kortlopende leningen. Het toerekenen van de werkelijke rentekosten aan de taakvelden doen we via het renteomslagpercentage. De gemeente Zutphen hanteert een omslagrente van 1,21%. De basis hiervoor is de boekwaarde van de activa die bij de taakvelden hoort.
Bij toepassing van 1,21% renteomslag bedraagt het renteresultaat €0. Dit is een afwijking van 0,4% (=minder dan 0,5%).

Rente toerekening

(bedragen *€1.000)

b. De externe rentebaten

-524

c. De rente doorberekend aan de grondexploitatie

-342

De rentebaat van doorverstrekste leningen aan het betreffende taakveld

498

Saldo door te rekenen externe rente

2.214

d2. Rente over voorzieningen

e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-2.214

f. Rente resultaat op het taakveld rente treasury

0

Renterisico

Het renterisico op de vaste schuld is in de wet FIDO omschreven als: ‘de mate waarin het saldo van de rentelasten en de rentebaten van een openbaar lichaam verandert door veranderingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rente typische looptijd van een jaar of langer’.
Het renterisico op de vaste schuld moet voldoen aan de renterisiconorm. Deze norm is in een wettelijke uitvoeringsregeling uitgewerkt als een bedrag ter hoogte van 20% van de begroting. Het doel is zo spreiding te krijgen in de rente typische looptijden in de leningenportefeuille, waardoor een verandering in de rente vertraagd doorwerkt op de rentelasten.
Prognose renterisico (bedragen x € 1000)
Uit deze tabel blijkt dat het renterisico op de vaste schuld binnen de wettelijk gestelde normen blijft.

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

(bedragen *€1.000)

1b. Rente herziening op vaste schuld u/g

0

0

3.824

0

3. Betaald aflossingen

11.626

8.244

8.294

8.346

Renterisiconorm

7. Aflossingen en renteherzieningen (netto)

11.626

8.244

14.189

8.346

6a. Ruimte onder de risiconorm (5-7)

22.603

25.113

21.695

25.290

Leningenportefeuille

In onderstaand overzicht geven wij de mutaties in de leningenportefeuille weer. 

Leningen

Bedrag

Gem. rente

invloed op gem. rente

(bedragen *€1.000)

Nieuwe leningen

Vervroegde aflossingen

Eindstand per 31-12-2021

111.455

2,38%

-0,07%

Portefeuille vaste uitzettingen per 1 januari 2021

In onderstaande tabel staan de verstrekte langlopende leningen. De leningen zijn voornamelijk aan woningcorporaties. De rente en aflossing van de leningen verstrekt aan de Stichting Hanzehof Zutphen wordt verrekend met de subsidie die de Hanzehof krijgt.

Naam geldnemer (bedragen x € 1.000)

Nominaal

Restant uitzetting

Weging in portefeuille

(bedragen *€1.000)

- Woningcorporaties

16.155

8.654

39,46%

Totaal uitzettingen publieke taak

33.480

21.019

95,84%

Totaal vaste uitzettingen

35085

21932

100,00%

Rentekosten en -opbrengsten verbonden aan financieringsfunctie per 1 januari 2021.

Dekking

Rente %

Bedrag

Rente kosten

(bedragen *€1.000)

Onderhandse lening

2,45%

123.081

3.015

Totaal

137.653

2.957

Kasgeldlimiet

Voor het bepalen van de liquiditeitspositie (de mate waarin we op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kunnen voldoen) is de kasgeldlimiet belangrijk. De kasgeldlimiet geeft aan hoe hoog de kortlopende schuld maximaal mag zijn. Als kort geldt een termijn van maximaal 1 jaar. Over kort geld krijgen we in de huidige geldmarktsituatie een lagere rentevergoeding dan over lang geld.
De kasgeldlimiet is bedoeld om ons ervoor te behoeden dat de rentelasten opeens fors stijgen, omdat de rente voor kort geld sterk kan fluctueren.
De kasgeldlimiet is het begrotingstotaal bij het begin van het jaar x 8,5%. Dit percentage is via een ministeriële regeling vastgesteld. Voor 2021 bedraagt deze limiet € 14,6 miljoen gebaseerd op een begrotingsomvang van € 171 miljoen. Binnen de limiet mag in de financieringsbehoefte worden voorzien met kortlopende financieringsmiddelen. Ieder kwartaal wordt de stand van de netto vlottende schuld van de gemeente getoetst aan de kasgeldlimiet.

Liquiditeitspositie

De uitgaven en inkomsten van de gemeente lopen niet synchroon in de tijd. We moeten soms geld lenen om tijdig te kunnen betalen, soms hebben we (tijdelijk) geld over. Ook moeten we investeringen financieren: in korte tijd worden uitgaven gedaan die pas over een veel langere periode worden afgeschreven.
Om de treasuryfunctie goed te kunnen uitvoeren is het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie van wezenlijk belang. Hiervoor is een liquiditeitsprognose opgesteld. Volgens de liquiditeitsplanning 2021overschrijden we de kasgeldlimiet niet.


Wet HOF (Houdbare overheidsfinanciën)

In het wetsvoorstel Houdbare overheidsfinanciën gaat het om strengere regels om te zorgen dat het Nederlandse begrotingstekort beperkt wordt tot 3%. Gemeenten dragen bij aan het begrotingstekort van de collectieve sector.
Door een verschil in boekhoudstelsels tussen Rijk en gemeenten worden investeringen nu als tekortvergroting voor het EMU-saldo aangemerkt. Het wetsvoorstel bepaalt dat niet alleen het Rijk maar ook de gemeenten zich moeten houden aan de strengere begrotingsregels en sanctiemogelijkheden. Het aandeel van gemeenten gezamenlijk in de 3% is 0,38%-norm.
Lagere overheden moeten hun tekort onder de af te spreken percentages houden. Als dat niet gebeurt, kunnen gemeenten en provincies een boete krijgen. De berekening van het EMU-saldo voor Zutphen komt uit op € 5,5 miljoen. Hieronder vindt u een gedetailleerde onderbouwing.

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2020

2021

2022

2023

2024

2. Mutatie (im)materiele activa

30.651

835

5.736

-6.329

-7.292

4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie

-7.935

-5.751

2.775

-10.833

-687

Berekend EMU-saldo

-29.554

5.581

-7.851

18.997

11.292

Deze pagina is gebouwd op 10/18/2021 14:06:40 met de export van 10/18/2021 14:01:09